Wiegendood

Wiegendood

Een minder leuk onderwerp, maar wel belangrijk omdat er nog steeds kindjes (0-2 jaar) overlijden aan wiegendood. In Nederland komt wiegendood gelukkig steeds minder voor, maar ieder kindje dat eraan overlijdt is er één te veel. Om je op weg te helpen heb ik de zaken op een rij gezet die je juist niet of wel kan doen om de kans op wiegendood te verkleinen.

Zorg voor een veilig baby bed met de juiste opmaak en gebruik van de juiste materialen.

Gebruik een babyslaapzak zodat je baby het niet te warm krijgt en vrij kan ademen. Maak je gebruik van een deken en laken, maak het bedje dan kort op. Kort opmaken wil zeggen leg je baby met de voeten tegen het voeteneinde van het bed en stop het beddengoed stevig in. Voorkom dat je je kindje met te veel lagen bedekt waardoor hij het te warm krijgt. Gebruik om deze reden ook tot de leeftijd van 2 jaar geen dekbed, dit is veel te warm voor je kind.

Leg je baby op zijn rug in bed.

Het beste is om je baby vanaf geboorte op zijn rug te laten slapen. Baby’s zijn al vrij snel in staat om vanuit de zijligging om te rollen, met de kans natuurlijk dat ze naar de buik rollen. Wanneer je baby op zijn buik slaapt kan zijn mond en/of neus in he matras terecht komen. Het mogelijke gevolg is dat je baby hierdoor te weinig of geen zuurstof binnenkrijgt.

De buikligging kun je natuurlijk wel oefenen wanneer je kindje wakker is.

Leg geen knuffels en kussens in bed.

Je baby kan in ademnood komen doordat hij met zijn gezicht tegen knuffels, kussens of andere materialen aan komt te liggen.

Zorg voor de juiste temperatuur op de kamer.

Een goede temperatuur voor de slaapkamer ligt tussen de 16-18 graden. Een te hoge temperatuur kan de kans op wiegendood vergoten. Doordat je kindje bij een verhoogde temperatuur zijn lichaamswarmte niet kwijt kan aan de omgeving ontstaat de kans op warmtestuwing.

Wil je controleren of je kindje het niet te warm heeft, voel dan aan de achterkant van zijn nekje.

Voorkom meeroken.

Meeroken is voor niemand gezond, maar voor kleine kinderen kan het de kans op wiegendood vergroten.

Vertrouw niet op het gebruik van alarmapparaten

Alarmapparaten of matjes die wiegendood kunnen voorkomen bestaan helaas niet. Ook al maken fabrikanten er reclame voor. Het risico kan zelfs groter zijn, als ouders denken dat hun kind met zo’n matje veilig op de buik kan slapen.

Laat je kindje niet bij jou in bed slapen.

Samen met je baby in één bed slapen, is zeker in de eerste vier maanden een risicofactor. Je kindje kan het te warm krijgen door het dekbed, tussen matrassen bekneld raken, uit bed vallen of met zijn gezichtje tegen kussens aandrukken. Bovendien kan een slapende ouder op het kind rollen. Het risico neemt toe als ouders roken, medicijnen of drugs hebben gebruikt, hebben gedronken of erg vermoeid of gestrest zijn.

Wil je je kindje graag dicht bij je hebben kies dan voor een co-sleeper of een babybedje op de slaapkamer.

Minimaal 3 maanden borstvoeding geven verminderd de kans op wiegendood.

Uit onderzoek is gebleken dat de kans op wiegendood voor kindjes tot 4 maanden verkleind wordt wanneer ze borstvoeding krijgen. Het exacte waarom is niet bekend, maar er zijn wel een aantal veronderstellingen die mogelijk verklaren waarom borstvoeding geven positief werkt.

• De aanwezigheid van antilichamen in de moedermelk
• Door de zuigmethode bij borstvoeding worden de spieren van de mond en kaak beter ontwikkeld dan bij flesvoeding
• Tijdens borstvoeding moeten baby’s hun nekspieren meer gebruiken, waardoor ze mogelijk het hoofd sneller kunnen draaien als ze zich omdraaien naar hun buik
• Borstvoeding verlaagt de wekdrempel (‘arousal’), waardoor de baby eerder wakker wordt.

Mogelijk helpt het gebruik van de speen ook om de kans op wiegendood te verkleinen.

Er zijn geen harde bewijzen voor, maar mogelijk spelen de volgende factoren een rol:

• Een kind met fopspeen ligt minder snel met neus en mond op het matras. Het leert vlotter het hoofdje te draaien naar de zijkant, omdat de speen anders in het gezicht drukt.
• Het zuigen stimuleert de spierontwikkeling in mond en kaak. De tong komt hierdoor meer naar voren te staan, wat de luchtwegen vrij houdt.
• Met een fopspeen ademt een kind door de neus. Het zal daardoor minder snel onder het beddengoed raken, omdat het de neus wil vrijhouden.
• Kinderen met een fopspeen draaien minder in bed.

Als je borstvoeding geeft, is het verstandig je baby pas een fopspeen te geven als de borstvoeding goed op gang is gekomen. Zo voorkom je mogelijke tepel – speenverwarring.

Op de site ‘veiligheid’ vind je heel veel informatie over wiegendood, maar ook over alle andere onderwerpen die met de veiligheid van je kindje te maken hebben.

Wil je graag veilig samen slapen lees dan deze blog

Alles toegepast en wil je meer weten over hoe je kindje te leren slapen.
Klik voor kindjes tot 6 maanden hier.
Kindjes van 6 maanden of ouder klik hier.